Vriendschap en ambitie

hoofdartikel.JPG hoofdartikel

Door Steven Broers - In januari kwam een flinke groep Achillianen bijeen in de kantine om te praten over de ambities van de club. Ik was daar niet bij, de tijd dat ik kaderlid van Achilles was ligt ver achter ons. Dat neemt niet weg dat de discussie mij buitengewoon interesseert. Ik voel mij, ook al sta ik inmiddels op royale afstand, diep verbonden met Achilles. In mijn vorige bijdrage aan de Leeuwenkrabbels schreef ik een verhaal over hoe de toekomst van onze vereniging er uit zou kunnen zien, en vooral welke keuzes er te maken zouden zijn in de komende jaren, allemaal in retrospectief bezien door de voorzitter in 2030.

hoofdartikel.JPG

Enkele weken later las ik in de Leeuwenkrabbels een korte terugkoppeling van de bijeenkomst met de leden. Daar werd ik eerlijk gezegd niet veel wijzer van. Ik begreep dat er een viertal onderwerpen nader bediscussieerd was en dat daar eind maart over verder gepraat zou worden. In noteerde onder andere: hoe worden we de grootste vereniging van het district Noord-West; hoe worden we blijvend financieel gezond; hoe krijgen alle leden eenduidig en simpel korfbal aangeboden. Mooie vragen natuurlijk, maar ik ben zo benieuwd naar de antwoorden die er werden gegeven. Het bestuur heeft die geanalyseerd en zal ze bij de vervolgbijeenkomst teruggeven aan de leden. Die bijeenkomst is uitgesteld, uiteraard, en dat biedt mij de gelegenheid me er toch nog een keer ongevraagd mee te bemoeien. En zo’n buitenkansje laat ik me niet ontnemen!

Hoewel de Leeuwenkrabbels dus niet veel duidelijkheid gaf over het verloop van de discussie, begreep ik uit doorgaans welingelichte kringen dat de thema’s vriendschap en verbondenheid beter hadden gescoord dan het streven naar (sub)topkorfbal. Hoewel licht teleurgesteld, was ik daarover niet echt verbaasd. Al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt de discussie over de wenselijkheid van een prestatiegerichte cultuur regelmatig gevoerd binnen de vereniging. En eigenlijk altijd met dezelfde uitkomst. Een relatief kleine minderheid van de leden vindt het belangrijk om fors te investeren in het creëren van een beter topsportklimaat, en een groot aantal leden vindt het heel erg leuk als de topteams het goed doen, als dat maar niet ten koste gaat van de gezelligheid, of mooier gezegd, de vriendschap en verbondenheid. En het grootste deel van de leden, de jeugd, wordt over het algemeen niets gevraagd.

Er zijn bestuurders van Achilles geweest die hebben geprobeerd een keuze te ontwijken door te stellen dat je de top kunt bereiken zonder in te boeten aan gezelligheid. Ik kan het weten, want ik was het zelf. Maar die redenering is problematisch omdat ze suggereert dat het vanzelf gaat, dat je het alleen maar hoeft te willen. En dat is niet zo, het vraagt offers van spelers en investeringen van de club, en een ongelijke behandeling van de leden. Het is niet vreemd dat het topkorfbal de meeste leden niet zo raakt. Ze hebben het niet gespeeld, ze zullen het nooit spelen, en ze zijn om heel andere redenen lid. Inderdaad, voor de vriendschap en verbondenheid.

Toch is het te eenvoudig, en in mijn ogen zelfs ronduit gevaarlijk om niet te streven naar het hoogst haalbare. Het gaat voorbij aan het belang van het wedstrijdelement in sport, waarmee het de vraag wordt wat je dan eigenlijk bent als club. Het gaat voorbij aan de aantrekkingskracht van het winnen, wat nieuwe leden oplevert, en het maakt het opleiden van jonge korfballers tot een frustrerende zo niet zinloze exercitie, want waar leid je ze voor op? Niet streven naar de top is naar mijn oordeel een heilloze weg, die leidt tot een langzaam wegzakken van de club. Zware woorden, ik weet het, maar ik ken geen grote korfbalclub die niet op zijn minst streeft naar een zo hoog mogelijk niveau van spelen. En voor diegenen die in de historie van Achilles het levende bewijs zien van mijn ongelijk, zou ik twee dingen willen zeggen: het streven is de belangrijke activiteit, het daadwerkelijk bereiken is een doel dat verder weg en dichterbij kan liggen. En kijk naar de periodes waarin het de club als geheel goed gaat en ging: niet toevallig zijn dat steeds die periodes waarin de topteams aansprekende resultaten haalden.

Ik denk dat steeds opnieuw een discussie over wel of niet topkorfbal voeren met de leden niet erg zinvol is. Het is niet zo dat er veel mensen tegen zijn, er zijn alleen niet zoveel mensen die zich ervoor willen, en kunnen inzetten. Topkorfbal realiseren is maatwerk, waar je een beperkt aantal toegewijde mensen met een flink mandaat voor moet inzetten. Neem als bestuur de verantwoordelijkheid om dit als randvoorwaardelijk speerpunt van een gezonde vereniging vast te houden, regel daarvoor een budget dat vooral afkomstig is uit andere bronnen dan de ledencontributies, en verdedig dit tegenover je leden. En zet, wel uit je ledencontributies, in op de basisvoorzieningen, een goed clubhuis, nette trainings- en wedstrijdfaciliteiten en vooral ook een wijd spectrum aan activiteiten buiten het korfbal. Want voor de goede orde, ook dat is van wezenlijk belang voor een gezonde korfbalclub. Kijk maar naar hoe het ging met de clubs die alleen op topsport inzetten en dat niet konden volhouden.

En tot slot, ik denk dat je in deze tijd niet meer ontkomt aan professionalisering van een aantal cruciale posities. Als eerste zou ik fondsenwerving en financieel management professionaliseren. Stel iemand aan die als opdracht krijgt de financiële positie van de club aanzienlijk te versterken, niet bij wijze van liefdewerk oud papier, maar met een contract voor een aantal uren per week en een concrete taakstelling. Daaruit kun je je topsportambities bekostigen zonder je club als geheel te laten bloeden. Vraag je af of het uitgroeien tot (een van) de grootste clubs van Noord West niet wat meer vraagt dan hopen op natuurlijke aanwas.
En kijk, voordat jullie weer bijeenkomen om over de toekomst te praten, nog even naar de overpeinzingen van onze voorzitter aan het einde van het jaar 2029, als opgenomen in de Leeuwenkrabbels van 19 december 2019.

 

Datum 15-04-2020 09:00
Tags