‘Een zeer lokale plensbui’

fire-hose-98590_960_720.png hoofdartikel

Door Harald Braakman - Het bizarre jaar 2020 is voorbij, op naar een fantastisch 2021! Kom maar op met die vaccinaties, hoe sneller hoe beter. Ik kijk ernaar uit om weer langs de lijn te staan en te genieten van de Achillesploegen die gehakt maken van de tegenstanders. We moeten het 'even' zonder kantine gaan doen, geen probleem. Ons tijdelijk verblijf, een grote tent op het veld, heeft ook wel wat avontuurlijks. In januari wordt er een pontonbrug geplaatst en gaat het echte werk beginnen. In de tweede helft van januari gaat de Vlonder plat. Een spannend moment als de sloopkogel onze geliefde Vlonder in mootjes hakt! Beste Achillanen, laten we er met zijn allen een mooi jaar van maken en geniet van de anekdote van Wout Broers.

hoofdartikel.JPG

Een zeer lokale plensbui

Mijn geheugen liet mij onmiddellijk in de steek toen mij gevraagd werd over een historie te schrijven, die speelde toen de oude kantine nog niet aan vervanging toe was. Ik kon mij de essentie van het verhaal nog nauwelijks voor de geest halen en vond het achteraf ook wel allemaal erg banaal. Ik stelde dan ook al snel voor liever een publiek geheim uit het midden van de jaren ’80 te kronieken.

We kunnen het ons nu wellicht niet goed voorstellen, maar er is een periode geweest waarin het eerste worstelde met handhaving in de tweede klasse, toch is dat nog maar net 10 jaar geleden.

Bij de hervatting van het veldseizoen stonden we er beroerd voor. De eerste partij zou juist tegen een mededegradatiekandidaat zijn. Een voltallig, maar ook goed voorbereid team was dan ook van levensbelang. Die overtuiging werd maar ten dele gedeeld door de eerstelingen zelf, want een fors aantal had zich – geheel volgens de mode van die tijd – aan een weekje wintersport in Oostenrijk gewaagd.

Weliswaar zou men op tijd voor de match terug zijn, maar rechtstreeks uit de bus met een week ski en drank in de benen, liet zich het resultaat van de wedstrijd raden. Dat zou een welhaast zekere degradatie betekenen en moest dus voorkomen worden. Met die gedachte moet X mij gebeld hebben met een wel heel bizar voorstel: het veld, toen al beroerd, stond bekend om zijn vele afkeuringen. Nu was het die zaterdag wat Hollands druilerig weer geweest, maar van echte zichtbare plassen was nog geen sprake. Een afkeuring, met dank aan het KNMI, zat er niet in. Toch vond genoemde snoodaard (en al snel ikzelf ook) dat we de natuur best een handje mochten helpen, alles onder het mom van het clubbelang. Zo vervoegde ik mij op een wel zeer uitzonderlijk uur aan het Pomonaplein, wierp A. ons een begripvolle, maar ook wat misprijzende
blik toen we de trappen afdaalden om dàt te bewerkstelligen wat men dus van bovenaf had geweigerd.

Als twee doorgewinterde criminelen begaven we ons naar de kantine om daar in alle stilte het plan ten uitvoer te brengen. Als de dood waren we dat het alarm zou afgaan. Het bleef ons bespaard. Moeilijker was het om die grote, op die ongelukkige plaats hangende, haspel in beweging te krijgen. Het lukte. Het ‘corpus delicti’ moest echter tot dicht bij de poort reiken, want het effect moest vanaf daar zichtbaar zijn voor de over twee uur verschijnende ‘keurmeester’. We kregen het voor elkaar. Schichtig naar de hopelijk onverlicht blijvende huizen kijkend, draaiden we de kraan open voor het plots zeer lokale plenzen. Ieder geluid bezorgde ons een bijna-hartkramp, want het doen is nog uit te leggen, maar erbij betrapt worden niet.

Voor mij leek het een eeuwigheid te duren alvorens X besloot dat het optisch effect bereikt was. Terugrollen, afsluiten en wegsluipen. Ik kan er nu om lachen maar was toen echt bang. Het ging allemaal goed. En met een welgemeend ‘slaap lekker’ zochten we weer onze huizen op. En toen begon het pas echt: zou het lukken? Hulp van boven kwam er niet meer. Wel een vrolijk maar veel te vroeg belletje van de ski-gangers met de vraag of ik al wist of het veld was afgekeurd, want het had in Duitsland zo geregend!? In Den Haag ook, maar wel verdacht plaatselijk.

’s Middags ben ik zoals het hoort, teruggekeerd naar de plaats van het misdrijf. Ik heb er toen geen plas kunnen ontwaren en stel me sindsdien die vraag: wie heeft die ‘keurmeester’ toch omgekocht?

Met X heb ik er nadien nooit meer over gesproken en zelfs karrenvrachten bier hebben me er nooit toe verleid het verhaal te openbaren. Soms denk ik dan ook dat ik het allemaal gedroomd heb en mocht men dit in Bunnik ook lezen, dan moesten we het daar inderdaad maar op houden! Het eerste handhaafde zich overigens, wel was daar de hulp van wat oud-eerstelingen voor nodig met onder andere een steroptreden van... X?

Wout Broers
Bron: Jubileumboek 1922 - 1997

Naschrift Harald:
Wie is die persoon X? Aan welk steroptreden deed X mee? Dat blijft nog steeds de grote hamvraag. We wachten het af.

Datum 05-01-2021 11:00
Tags