Inzichten van een ZML-congres op een korfbalveld

pro-cGxHJeVc.jpeg hoofdartikel

Vorige week dinsdag, op derde paasdag, stond het volledige personeelsbestand van de Herman Broerenstichting, mijn werkgever, om 9:00 paraat in de Broodfabriek in Rijswijk. In samenwerking met een flink aantal ZML-scholen uit de regio en iets daarbuiten werd een congres georganiseerd speciaal voor mensen die in het speciaal onderwijs werken.

Hoofdartikel.PNGZo konden 650 onderwijsassistenten, leraarondersteuners, administratief medewerkers, directeuren, een paar meesters en vooral juffen uiteraard, zich laten bijscholen op allerlei onderwerpen naar keuze die je kunnen helpen in het begeleiden van jongens en meisjes met verstandelijke beperking.

Er waren workshops waarbij je je kon verdiepen in allerhande stoornissen en begeleidingsmethoden, manieren om je eigen effectiviteit te vergroten, jongleren en werken (nee, niet in het circus, maar praktische kennis verwerven op jonge leeftijd), de werking van het puberbrein (ook heel handig in de opvoeding van mijn eigen kroost), ongewenste zwangerschappen voorkomen (uhm.. voor iedereen handig), et cetera, et cetera.

Het hoogtepunt van de dag (naast het ontmoeten van enkele Achillianen natuurlijk) was wat mij betreft een lezing door ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut Steven Pont. Als je toevallig het Parool of Psychologie Magazine leest dan kom je zijn columns over opvoeden tegen en als je meer zou willen weten over hoe kinderen zich ontwikkelen dan is ook zijn podcast Nul 18, te beluisteren via Spotify, ook een aanrader.

Het overkoepelende thema was ‘samenwerking’ met uitstapjes in hoe relatie invloed heeft op gedragskeuzes. Zijn stelling was: iedereen is een “beetje mal”. Dat maakt iedereen in wezen lastig om mee samen te werken. De vraag is in hoeverre je met al je malheid in staat bent naar de malle ander toe te bewegen en concessies kunt doen aan je eigen plan om een samenwerking vruchtbaar te maken. Iedereen heeft kwaliteiten, maar ook dingen waar ze niet goed in zijn.

Mensen die alles goed kunnen, mensen die “normaal” zijn, die leiden aan een syndroom: het syndroom van saai.

Daarbij kwam ook de actor-observer bias aan bod. De actor-observer bias is een psychologisch fenomeen waarbij individuen geneigd zijn hun eigen gedrag toe te schrijven aan externe situatiefactoren, terwijl ze het gedrag van anderen toeschrijven aan interne persoonlijke eigenschappen. Oftewel, wanneer we ons eigen gedrag verklaren, richten we ons vaak op de omstandigheden of context die ons gedrag hebben beïnvloed. Bij het verklaren van het gedrag van anderen daarentegen, zijn we geneigd om het toe te schrijven aan hun eigen aard of karakter.

Dit vooroordeel kan leiden tot misverstanden en conflicten in teamverband, omdat mensen vaak de invloed van situatiefactoren op het gedrag van anderen onderschatten en de invloed van persoonlijke eigenschappen overschatten. Dat komt natuurlijk in organisaties voor, zoals ook op ZML-scholen, vandaar de uitnodiging aan Steven, maar zien we uiteraard ook op het korfbalveld.

Een voorbeeld ter verduidelijking: als ik tijdens een korfbalwedstrijd een strafworp mis, dan komt dat uiteraard door de weersomstandigheden, een gladde strafworpstip, de bal die niet helemaal rond is. Maar als een teamgenoot een stip mist (altijd dezelfde…), zou je het eerder kunnen wijten aan zijn of haar gebrek aan techniek, concentratie of inzet.

Of nog eentje: als een scheidsrechter een beslissing neemt waar ik het niet mee eens ben, dan komt het waarschijnlijk omdat hij een flapdrol is die er niks van bakt, daar nog niet van op de hoogte is, waarbij het aan te raden is dat ik hem dat (duidelijk en niet mis te verstaan) laat weten dat dit aan de hand is, teneinde dat zijn bewustzijn hierover vergroot wordt en hij in het vervolg een beslissing neemt die beter in mijn straatje past.

Dat komt niet omdat ik toevallig door m’n eigen bevooroordeelde bril kijk, de druk van het nemen van een beslissing groot is, of dat er meerdere kanten aan een verhaal kunnen zitten of dat er andere context is waar ik niet van op de hoogte ben of voor open heb gestaan.

Maar goed. Hier moest ik dus aan denken toen ik het artikel Oproep aan alle supporters van Achilles teams: houd het positief! op de website (via de altijd handige Achilles Community app) van Linda namens de TC las.

Ten eerste: excuses bij dezen aan alle scheidsrechters die ik in mijn korfballeven voor rotte vis heb uitgemaakt en het één ander aan narigheid heb toegewenst. Sorry, ik wist nog niet beter.

Ten tweede: we zijn allemaal mensen met onze gebreken (zie de opmerking eerder over het Syndroom van saai). Korfballen zonder scheidsrechters gaat niet lukken.

Ten derde: maak van psychologie je vriend. Pont stelde ook dat individueel gedrag wordt bepaald, of in elk geval wordt beïnvloed door de relatie. En dat iemand tot ander gedrag kan komen, als de relatie verandert. Oftewel: wie goed doet, goed ontmoet, benader de scheidsrechter respectvol, ook in the heat of the moment, en dan vergroot je, in ieder geval volgens de wetenschap, de kans dat je die strafworp de volgende keer wel krijgt.

Erwin de Laleijne

Datum 09-04-2024 11:00
Tags