Dutch Mountain Trail in Zuid-Limburg
[Door Mariska van Willigen] Tijdens een van de vele korfballoze weekenden besloot ik mezelf eens op een andere manier uit te dagen: de Dutch Mountain Trail in Zuid-Limburg. Een heuse “bergwandeltocht” van 100 kilometer verspreid over vier dagen en over zeven heuvels. De afgelopen jaren wandelde ik vooral in de echte bergen, met hier en daar wat spierpijn als souvenir. Teun grapte dan weleens: “Moet je dat nou echt doen vlak voor het korfbalseizoen?” Achteraf gezien had hij misschien wel gelijk. Dus toen ik aan de Dutch Mountain Trail begon, dacht ik: dit kan wel gewoon even tussendoor.
Vol goede moed vertrok ik samen met mijn wandelmaatje naar Eygelshoven, het officiële startpunt van de trail. Het uitzicht onderweg was prachtig. Vooral in deze tijd van het jaar, met alles zo onwijs groen. Limburg op z’n mooist. Aan het begin van de tocht kwamen we twee andere wandelaars tegen. We maakten nog een grapje over hoeveel (lees: hoe weinig) eten we bij ons hadden. Want eerlijk is eerlijk: ik ben een bourgondische wandelaar. Wandelen is prima, maar het wordt pas écht leuk met een goed doel in het vooruitzicht en dat doel is meestal een terras of restaurant. Helaas, op dag één waren alle cafés en lunchplekken gesloten. Na 31 kilometer strompelden we dan ook uitgehongerd Vaals binnen.
Dag twee begon voorspelbaar: met een stijve rug, zere kuiten en de eerste blaren. Gelukkig maakte de route veel goed. We passeerden het Drielandenpunt, liepen langs schapen, boerderijen, uitzichtpunten, en stopten bij Boscafé ’t Hijgend Hert, waar we konden genieten van koffie en een stuk Limburgse vlaai. Wat zo’n vaste route bijzonder maakt, is de sfeer onder de wandelaars. Je komt elkaar meerdere keren per dag tegen, en een praatje is zo gemaakt. Zo hebben we op het terras van het boscafé kennisgemaakt met Hans en Cees. Twee oudere mannen die al aardig veel kilometers in hun leven gewandeld hebben.
Dag drie was lang, maar prachtig. We eindigden net over de grens, in het Belgische ’s-Gravenvoeren. En toen kwam dag vier: eentje op karakter. De laatste kilometers richting Maastricht. De officiële finish lag bij het station, maar eerst genoten we nog van het uitzicht vanaf de Sint-Pietersberg, boven de mergelgroeve. Trots en voldaan.
Wat we leerden: de eerste 15 à 20 kilometer wandelen van de dag zijn écht leuk, daarna is het vooral een kwestie van doorzetten. Uiteindelijk legden we in vier dagen 107 kilometer af.
Mocht ik ooit in een fase belanden van persoonlijke groei, een moeilijke scheiding of een spirituele zoektocht, dan lijkt de Camino naar Santiago me ineens niet meer zo'n gek idee. Maar voorlopig houd ik het gewoon bij korfbal: minder blaren, meer doelpunten. En het mooiste van alles? Teun heeft niks gemerkt van mijn spierpijn deze keer.
Mariska
Datum | 13-05-2025 11:00 |
---|---|
Tags | Hoofdartikel |