Sport en politiek
Er komen weer verkiezingen, het zal de meesten van jullie niet ontgaan zijn. Jarenlang koesterden bestuurders in de sport de stelling dat sport en politiek niets met elkaar te maken hadden, ook al wist iedereen al tenminste sinds de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, dat dit niet waar was. De nazi’s maakten er een enorme show van, bedoeld om de superioriteit van het Germaanse ras te laten zien. Dat de zwarte Jesse Owens de vier belangrijkste atletieknummers won was voor de führer een zichtbare teleurstelling.
![]()
De Spelen van 1956 in Melbourne werden door vele landen, waaronder Nederland, om verschillende redenen geboycot. In 1980 boycotten de VS en veel van haar bondgenoten de Spelen in Moskou, vanwege de Russische inval in Afghanistan. Dries van Agt, toen onze premier, wilde dat de Nederlandse sporters ook niet zouden gaan maar de sportbonden weigerden een boycot. Zij vroegen zich af waarom de sport moest lijden voor het falen van de internationale politiek, best een goede vraag.
Vanaf de jaren tachtig kwam het grote geld de sport binnen en kwam de leiding van grote internationale sportbonden steeds vaker in handen van hele foute mannen (altijd mannen inderdaad) die van corruptie, omkoping en persoonlijke verrijking hun businessmodel maakten. Zij vonden bereidwillige partners in schurkenstaten die met sportevenementen hun blazoen wilden oppoetsen of er politiek een slaatje uit wilden slaan. Een nieuw dieptepunt lijkt nu in de maak bij het WK voetbal van volgend jaar in Canada, Mexico en de Verenigde Staten. Donald Trump, op oorlogspad in eigen land, dreigt om de wedstrijden die in door Democraten geleide steden zouden worden gespeeld, te verplaatsen naar steden die in handen zijn van zijn politieke bondgenoten. De FIFA gaat daar vooralsnog niet in mee, maar met de grote boef Infantino aan het roer weet je het nooit. De verwevenheid van sport, politiek en het grote geld is, op het topniveau, alleen maar toegenomen.
Maar er is ook een ander verhaal te vertellen. In de meer dan zestig jaar dat ik lid ben van Achilles was politiek zelden of nooit onderwerp van gesprek. Van een aantal van mijn meest nabije vrienden weet ik niet op welke partij ze stemmen.
Op een enkel stuk in de jaren dertig en direct na de bevrijding na, werd er in de Leeuwenkrabbels en Achillespees nooit over politieke onderwerpen geschreven. Op het niveau van de vereniging, en dat geldt zeker niet alleen voor Achilles, wordt het onderwerp politiek zo veel mogelijk buiten de deur gehouden. En daar is een goede reden voor. Politiek gaat over verschillen en scheidt de geesten. Het verenigingsleven is gericht op het samenbrengen van mensen, op wat de leden met elkaar gemeen hebben. In tijden van doorgeslagen individualisering en radicaliserende polarisatie kan de vereniging het baken van saamhorigheid zijn waar zovelen naar snakken. De club die dat verlangen weet uit te stralen en waar kan maken gaat een gouden toekomst tegemoet. Dat is wat “meer dan een club” betekent.
PS: dit is geen pleidooi voor het loslaten van ambities op korfbalgebied. De strijd binnen de lijnen moet op het scherpst van de snede gevoerd worden, op naar de hoofdklasse!
Steven Broers
| Datum | 21-10-2025 11:00 |
|---|---|
| Tags | Hoofdartikel |